Schenking sieraden Beppe Kessler

6 Juli 2016

Onlangs mocht het TextielMuseum een aantal sieraden van Beppe Kessler in ontvangst nemen. Zij vormen een mooie aanvulling op de collectie.

Het Museum volgt al jarenlang de ontwikkelingen in haar werk, dat zich op verschillende terreinen beweegt. Beppe Kessler schildert en maakt sieraden.

Tot 2000 ontwierp zij daarnaast interieur-stoffen voor diverse bedrijven in binnen- en buitenland. Ze werkte freelance voor een textieldrukker, wat haar de mogelijkheid gaf haar handschrift te ontwikkelen. De stoffen bevinden zich in de collectie van het TextielMuseum.

In 2003 wijdde het museum een retrospectief aan haar werk.

 

Of het nu sieraden zijn of schilderijen, Beppe Kessler zoekt de uiterste grenzen van het materiaal op, dáár ligt de verrassing. Haar werk prikkelt de zintuigen en wil aangeraakt worden. Er is altijd iets dat wringt, dat vragen oproept over waar je naar kijkt of over wat je in je hand houdt.

 

Beppe Kessler is niet opgeleid als sieraadmaker, maar volgt haar eigen weg en ontwikkelt haar eigen technieken. Ze is niet in een hokje te plaatsen.

Het is voor haar een uitdaging om alledaagse materialen tot een kostbaar ogend sieraad te transformeren. Zij hanteert een veelheid aan materialen die samensmelten tot een eenheid. Ritme en herhaling zijn altijd een rol in haar werk blijven spelen, net zoals geduld.

 

Zo ontwikkelde zij in de collectie gemoedsbewegingen een methode om in zacht balsahout te borduren. Het TextielMuseum verwierf eerder het collier dieptepunt, waarin het balsahout gebrand werd met een pyrograaf en ín de brandgaatjes kleine glaskralen werden geborduurd. Het collier uit het lood, dat tot de giften behoort, bestaat uit geborduurde scheve kubusjes balsahout en komt uit dezelfde periode.

 

Collier Uit het lood (2002) inv.nr. BK1139

 

In de schilderijen van Beppe Kessler is de drager van de verf, het doek uiterst belangrijk.

Het doek kent variaties en bewerkingen. Soms is de drager linnen maar vaak bestaat het uit samengestelde stoffen, aan elkaar genaaide repen linnen, wol of jute. Elke drager heeft zijn effect op het schilderen.

De stof wordt opgespannen over zelf geconstrueerde, opgehoogde spielatten waardoor er een hellend of zacht golvend vlak ontstaat, alleen zichtbaar als je goed kijkt of er langs loopt. Dan lijkt het schilderij te bewegen.

Het TextielMuseum verwierf in 1996 een groep van 5 objecten, op deze wijze ontstaan.

 

Er is een continu heen en weer pendelen tussen schilderen en klein werk ontwikkelen. Wat zij bij het schilderen ontdekt, past ze toe in het kleine werk en vice versa.

Zo ontstond in deze tijd een serie kleine vierkante broches, waarin op eenzelfde manier werd gewerkt, maar gedurfder. Ze zijn uitbundiger en decoratiever dan de schilderijen.

Ze gaan over verbergen en laten zien. Er moet iets zijn dat je niet ziet, alleen maar vermoedt, dat is het spanningsveld van kijken en zien.

In deze broches zijn semi edelstenen onder het linnen verstopt. En in plaats van linnen wordt gedessineerd tricot gebruikt en wordt de stof weggesneden rond de steen, zodat er uiteindelijk een zetting van textiel overblijft.

Crystal broche (1997) inv. nr. BK1206
Hematiet broche (1997) inv.nr. BK1202

 

Elke collectie roept een tegenstroom op.

In 1998 gebruikte Beppe Kessler de aardappel als metafoor en inspiratiebron. De aardappel, oer-Hollands voedsel, met een vormentaal die geen regels kent en waar geen ontwerper tegenop kan.

Geïrriteerd door de tot dan toe eenvormige vierkante broches, geprikkeld door de vraag wat esthetiek is en welke criteria daaraan ten grondslag liggen en tot slot geïnspireerd door de uitstulpingen, de  rondingen en bollingen, gaten en deuken van de aardappel, zoekt zij naar een nieuwe vormentaal.

Zo begon de collectie the family.

Daartoe behoort de Pompernickel brocheHij oogt als een brutale bonk maar is vederlicht.

Hij bestaat uit een kern van polystyreen (piepschuim) en een stukje triplex, bespannen met een tricot stof met dots, deels beschilderd en daarna geschuurd alsof hij versleten is. Er stulpt een half verborgen kiezel uit de stof. Ragfijne nylon draadjes met (kunst) parels omvatten het geheel.

Broche Pompernickel (1998) inv.nr. BK1207