Nieuwe vondsten te zien in de tentoonstelling 'Ornamentale Patronen'

17 Mei 2017

Door Emma Järvenpää

De basis voor de expositie 'Ornamentale patronen | Trijpweefsels van de Amsterdamse School’ zijn de prachtige trijpkleden, -weefsels en meubels bekleed met trijp in de collectie van het TextielMuseum. Tijdens een intensief onderzoek, waarmee conservator Caroline Boot en ik aan de slag zijn gegaan in de zomer van 2015, zijn nieuwe objecten boven water gekomen. Dit waren niet altijd trijpkleden of -stoffen, maar soms ook andere objecten die een breder beeld gaven van de productie van een kunstenaar of van de markt van trijp.

Zo waren van de Luikse ontwerper Albert Lejeune (1876-1934), die vanaf ca. 1910 in Tilburg woonde, slechts drie trijpontwerpen bekend. Uit een aantal documenten bleek dat Lejeune tijdens zijn carrière toch meer trijp heeft ontworpen. Een van deze documenten is het stalenboek 'Déwiho' – uitgegeven door de groothandelaar Wyers – waar op een pagina met fraaie trijpstalen, het woord 'Durban' handgeschreven is. Later bleek dit de naam van een trijpdessin te zijn dat ontworpen was door Lejeune. Omdat dit dessin in 1924 afgebeeld en beschreven was in een boek van zijn vakgenoot Willem Retera, konden we deze toeschrijving bevestigen. In hetzelfde stalenboek bevindt zich tevens nog een tweede dessin dat hoogstwaarschijnlijk ook van de hand van Lejeune is.

Dat de stof 'Durban' een vrij brede verspreiding heeft gekend, werd onthuld door een wooncatalogus van het warenhuis De Bijenkorf te Amsterdam. Deze catalogus uit de jaren '20, per toeval gevonden in het bibliotheek depot van het TextielMuseum, laat fraaie afbeeldingen zien van modelkamers met daarin moderne meubels, bekleed met de trijp 'Durban'. Grappig is ook een foto van een wat ouderwets aandoende Charlestonbank bekleed met deze stof. De catalogus is voorzien van een prijscourant, waardoor we een helder idee krijgen van de prijzen die voor deze bijzondere meubels destijds werden gevraagd.

Een andere bijzondere vondst was een gegraveerde wals naar ontwerp van sierkunstenaar Theo Nieuwenhuis (1866-1951). Tijdens mijn bezoek aan het Twentse TechniekMuseum HEIM (tegenwoordig Oyfo) in Hengelo, stuitte ik op dit object in de vaste opstelling van het museum. De wals is gegraveerd met het dessin Kruisbloem, een prachtig art nouveau patroon bestaande uit een takje met drie bloemen in een ovale vorm van sierlijke, krullende lijnen. Dat deze wals intact is gebleven, is bijzonder; vele metalen walsen zijn verloren gegaan doordat ze gesmolten werden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Deze ‘ontdekkingen’ en nog veel andere bijzondere objecten, zijn te zien in de tentoonstelling die te bezoeken is t/m 4 maart 2018.