Aankoop van grote collectie Amsterdamse School kleden

1 Maart 2017

In de aanloop naar de tentoonstelling ‘Ornamentale patronen | Trijpweefsels van de Amsterdamse School’, die op 25 maart voor het publiek opent, heeft het museum de hand weten te leggen op een fraaie collectie Amsterdamse School kleden. De aankoop werd mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Stichting Vrienden van het TextielMuseum.

Het museum had al een bijzondere en uitgebreide verzameling kleden, weefsels en meubels die met trijp zijn bekleed, maar met deze aankoop is de collectie met waardevolle stukken uitgebreid.

Conservator Caroline Boot vertelt over de vondst van deze particuliere verzameling en het contact met de eigenaar ervan: ‘Tijdens het onderzoek voor de publicatie en de tentoonstelling, waar ik samen met Emma Järvenpää maandenlang aan werkte, stuitte ik op een collectioneur van Amsterdamse School textiel, Joop Kenbeek. Na telefonisch contact, bleek hij open te staan om uit zijn verzameling van ruim honderd kleden, een keuze voor het TextielMuseum te maken. Eind oktober zocht ik hem op.

Joop Kenbeek vertelde gepassioneerd over zijn verzamelwoede in vroegere jaren. Decennialang toog de ras Amsterdammer in alle vroegte naar het Waterlooplein, om daar zijn hand te leggen op het Amsterdamse School textiel. Doodzonde vond hij het, als dit Nederlands erfgoed zou verdwijnen door toedoen van Engelsen en Italianen. Hij zag ze stapels art deco kleden meenemen. Zelf wist hij in de loop van de jaren juweeltjes te kopen, die nu in de collectie van het TextielMuseum terecht zijn gekomen: trijpkleden van bekende sierkunstenaars als Willem Retera, Jaap Gidding en Theo Nieuwenhuis. Ook voor de huidige generatie ontwerpers zullen zij een inspiratiebron zijn, niet in de laatste plaats vanwege de ornamentale patronen en de diepe, gloedvolle kleuren.’

De expositie ‘Ornamentale patronen | Trijpweefsels van de Amsterdamse School’ laat een breed beeld zien van de grote verscheidenheid aan Amsterdamse School trijpgeweven kleden, gordijnstoffen, wandbespanningen en meubelbekleding uit de collectie van het TextielMuseum. Veel sierkunstenaars van naam ontwierpen in de tijd van de Amsterdamse School trijp. Deze stijl, die wordt gekarakteriseerd door een expressionistische en grillige vormentaal, kende zijn hoogtepunt omstreeks 1920. Hij beïnvloedde echter de architectuur en vormgeving tot ver in de jaren '30.

Bij de tentoonstelling verschijnt een uitvoerig gedocumenteerde publicatie (uitgave TextielMuseum, auteurs Emma Järvenpää, Caroline Boot), mede mogelijk gemaakt door Léo Schellens bv (a Vescom group company).